Tot een paar jaar geleden (2002) dacht ik altijd dat ik de enige Miels in Nederland zou zijn. Op zich geen hele vreemde aanname, aangezien ik nog nooit iemand ben tegen gekomen die er ooit wel eens in de verste verte van had gehoord of aan had gedacht. Toch ben ik er inmiddels achter dat ik niet alleen sta in ons kikkerlandje. Ik heb minstens twee andere “Mielzen” kunnen ontdekken. Ze zijn echter wel een stuk jonger dan ik, dus voor zover ik weet was ik in ieder geval wel de eerste met deze merkwaardige naam (tsja, je moet toch ergens je trots vandaan halen, toch?)
Maar goed, dit alles geeft nog steeds geen antwoord op de vraag waar mijn naam dan wel vandaan komt. Uiteindelijk valt ’t allemaal best mee. Het komt erop neer dat ik volgens een oude traditie ben vernoemd naar mijn opa. Zo heet mijn vader “Frank”, net als zijn opa, diens opa, diens opa, enzovoort. Nu heet mijn opa, net als al zijn opa’s “Melis”. Mijn ouders vonden dit alleen nèt iets te ouderwets klinken, en ze hebben dus de “i” in “Melis” maar naar voren verplaatst, et voila! Mijn naam was geboren (en ik ook iets later).
Tenminste, ik dacht dat dat het hele verhaal was. Tot m’n moeder een keer hier op mijn site deze pagina las, en ze het volgende in mijn gastenboek schreef:
Je naam is inderdaad een afgeleide van opa Melis, maar oorspronkelijk komt het van Aemilius, de naam van een Romeinse familie. (Aemilius was een Christen die in 250 de marteldood onderging in Afrika) Het Latijnse aemulus betekent: navolger, wedijverend, de ijverige, de innemende.
Hij wordt ook in verband gebracht met het Griekse “haimulos” wat zacht, vriendelijk betekent
Zo, dat moest er nog even aan worden toegevoegd. Bedankt mam!
Het is af en toe wat lastig om duidelijk te maken dat ik dus echt Miels heet, maar toch heeft m’n naam wel zo zijn voordelen. Want waar ik ook kom (in Nederland), op het moment dat ik me voorstel (“Miels, met een M”) is men vaak benieuwd naar hoe ik dàt nou weer heb opgelopen (nee, mijn vader was dus niet dronken). Dat heeft als voordeel dat je altijd wel wat gespreksstof hebt op het moment dat je iemand leert kennen. Bedankt paps en mams!
Zoals een bekende Nederlander regelmatig heeft gezegd “hep ieder voordeel ook z’n nadeel”. Dat geldt hier dus ook. Neem nu bijvoorbeeld de spelling. Zo is het aantal mensen dat zo “sympathiek” is om mijn naam “even te verbeteren” niet op één hand te tellen. Met name sportverenigingen hebben daar een handje van. Hoe duidelijk ik in blokletters m’n naam ook neerkalk, op de één of andere manier denkt men altijd iets in de trend van “Ach, die jongen heeft z’n naam verkeerd geschreven. Geeft niets hoor, dat verbeteren wel wel”. En daar gaan we dus weer. Met name in combinatie met mijn achternaam (van Schaik) is een volledig correcte spelling een uiterst zeldzaam fenomeen. “Van Schaik” heeft immers ook veel verschillende spelmogelijkheden (met name met een i en j is zeer populair, al heeft ck ook een goede score). Conclusie: inmiddels luister ik naar meerdere namen. Aangezien ik (met name vroeger) ook veel op mijn broertjes lijk komen hun namen daar ook nog bij. Als je m’n aandacht wil trekken kan je dus kiezen uit de namen Miels, Niels, Sander en Jon, al verdient de eerste duidelijk de voorkeur.
Nou, dat was wel weer genoeg gezeur over mij…